Circa 10 gemeenten en de provincie Noord-Holland hadden een vordering van in totaal 170 miljoen euro uitstaan bij Landsbanki. Alphen aan den Rijn en Dordrecht hadden daarover in overleg met andere betrokkenen een proefproces aangespannen. Eerder dit jaar oordeelden IJslandse rechters dat zij recht hadden op een voorkeursbehandeling bij het terugvorderen van hun geld. De IJslandse wetgever was die mening al toegedaan.
Amstelveen had 15 miljoen euro staan bij de IJslandse bank. Noord-Holland wilde circa 80 miljoen euro van de bank zien. De provincie is verheugd over het nieuws, maar het is volgens een zegsman ,,wel afwachten tot het geld op de rekening staat”.
Formaliteit
De Noord-Hollandse gedeputeerde Elisabeth Post (Financiën, VVD) zei dat de IJslandse rechter deze week nog een laatste oordeel moet vellen voordat de getroffen overheden hun geld echt gestort krijgen. Volgens hun raadslieden was dat een formaliteit.
De lagere overheden die zijn betrokken bij de juridische procedure zijn volgens de woordvoerder van Noord-Holland: Asten, Amstelveen, Alphen aan den Rijn, Dordrecht, Goes, Graafstroom, Naarden, Opmeer, Pijnacker-Nootdorp, Texel, Veere en Zundert, het waterschap Roer en Overmaas, de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden en Samenwerking Belasting en Waarderen. Zij zijn verenigd in de zogenoemde Noord-Hollandgroep.
Landsbanki was de moederbank van de later failliet gegane internetbank Icesave.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl